
Paul Bergen: achter de lens van iconische live-momenten
door Patricia van der Put
Wat begon als hobby, groeide uit tot een indrukwekkende carrière waarin Paul Bergen de grootste namen uit de muziekgeschiedenis voor zijn lens kreeg. Hij smeedde een stijl die hem onderscheidt in het vak. Zijn foto’s vangen niet alleen het beeld, maar ook de sfeer en het unieke moment van liveoptredens. We nemen je mee in zijn reis door de muziekfotografie: van stiekem fotograferen in kleine zalen tot het vastleggen van iconische momenten op de grootste podia.
De eerste vonk
Als jonge tiener in Pijnacker, hongerig naar muziek, bezoekt Bergen concerten in De Trucker. “Die plek had, ondanks een beperkte capaciteit, een uitstekende programmering. Later trok ik naar zalen als De Eland en het Paard. Ik zag optredens van Santana, Genesis, Massada en Herman Brood. Soms nam ik stiekem mijn camera mee. Ik kon er nog geen bal van; ik deed maar wat. Het was een hobby.” Die foto’s werden zijn eerste tastbare herinneringen aan de muziek. Tijdens een toegift van Jethro Tull in Ahoy, liep Bergen, met het lef van een jonge hond, ongemerkt langs de beveiliging naar voren om de laatste nummers te fotograferen.
Nineties spirit
“Daarna werd het meer dan een hobby en volgde ik een cursus portretfotografie. Gek genoeg had ik nooit de ambitie om muziekfotograaf te worden. Mijn interesse lag bij sportfotografie. Mijn eerste echte opdracht kwam in 1988, tijdens de huldiging van Ajax op het Leidseplein. Een jongensdroom die uitkwam. Uiteindelijk belandde ik toch bij de muziek.” In de jaren negentig legde Bergen vrijwel alle grote artiesten uit die tijd vast, op een enkeling na. “Jeff Buckley heeft helaas nooit voor mijn lens gestaan.” Een deel van zijn werk is gebundeld in het boek Nineties Spirit. Over de jaren erna verscheen zijn boek Zero’s Heroes.
Razendsnel het moment vangen
Wat een foto iconisch maakt is volgens Bergen nooit van tevoren te bepalen. Neem het beeld van Kurt Cobain uit 1991 in Frankfurt. “Ik stond mijn lens nog te poetsen door de vrieskou van buiten, en ineens springt Cobain in het publiek. Razendsnel grijp ik mijn camera en schiet twee beelden. Inmiddels is die foto wereldwijd gebruikt. Hij staat ook in de 20 Years Nevermind Box. Mensen zijn soms verrast dat ik die gemaakt heb,” lacht Bergen. Zijn voorbereiding noemt hij essentieel: de muziek luisteren, camera gereedmaken en op tijd zijn. Hij bestudeert nauwkeurig het podium en voor een goede concentratie praat hij liever niet.
Fotograferen vraagt lef
“Veel mensen denken dat iedereen een goede concertfoto kan maken, dat is een misvatting. Een foto is niet mooi omdat er een bekende artiest op staat; dat is slechts een kiekje. Je moet onderscheidend zijn. Een goed portret ontstaat uit de wisselwerking tussen fotograaf en artiest. Live fotograferen vraagt lef: durf alleen een kop te pakken, durf lelijke foto’s weg te gooien en durf een andere standplaats te kiezen. Soms heb je maar een paar minuten. Het gaat om het resultaat, niet om de tijd die je hebt. Sommige foto’s moeten rijpen: hoe ouder ze worden, hoe unieker. De foto’s van Beyoncé en Lady Gaga koester ik. Die kun je nu niet meer maken door restricties.”
Pure verwondering
“Ik maak geen foto’s die ik niet mooi vind of van gênante situaties. Je moet de artiest beschermen. Kylie Minoque wijdbeens op het podium? Niet mijn stijl. Aarzelen om foto’s weg te gooien doe ik niet. De microfoon voor het gezicht van de artiest? De prullenbak in!” Eén keer vernietigde hij per ongeluk foto’s. Bergen stond in de doka toen hij het fixeer- en het ontwikkelbad had omgedraaid. Die fout heeft hij nooit meer gemaakt. Soms mist hij de doka nog: “Je bent veel bewuster bezig en het proces is pure verwondering.”
Nu ben je van mij
Bergen is autodidact en heeft zijn eigen stijl ontwikkeld. Zijn foto’s zijn vaak zwart-wit, bijzonder gekadreerd en het moment klopt. Hij wil niet lijken op andere fotografen, alleen op zichzelf. Het moet een echte Paul-Bergen-foto zijn. Het geheim? ”Sta niet waar de rest staat, zoek een ander perspectief. Dat zorgt voor gezonde spanning voor elk concert. Bij Editors op Pinkpop in 2008 lukte het om vanaf het podium te fotograferen. Toen Tom Smith balancerend met één been op de piano ging staan, dacht ik: nu ben je van mij! Daarna heb ik direct de krantenredactie gebeld om ze zes kolommen in te laten tekenen.”
Klik met artiesten
“Met Golden Earring en Hallo Venray is het prettig samenwerken. Di-rect heb ik vanaf het begin gevolgd; daar deel ik een geschiedenis mee.” Bergen behandelt artiesten gelijkwaardig en heeft niets met rode lopers. Wat helpt is een goede klik met de artiest. Een sessie met Phil Collins staat nog in zijn geheugen gegrift. “Dat is een sympathieke man. Hij ging mee met het idee om gefotografeerd te worden als lifter, met koffer, snaredrum en drumsticks uit de jaszak, aan de snelweg bij Hilversum.” Ook de sessie van een uur met Melody Gardot blijft hem bij. “Op weg naar huis dacht ik: Bergen, wat heb je toch leuk werk!”
Muzieksmaak
Bergen laat zich graag muzikaal verrassen. Zo is hij gefascineerd door de Amerikaanse band Khruangbin. Zijn muzieksmaak omvat onder andere Billie Eilish, Inhaler, Editors en DeWolff. De beste plaat is volgens Bergen Houses of the Holy van Led Zeppelin. “Beter wordt het niet!” Genesis staat hoog op zijn lijstje. Bergen baalt nog steeds van het moment in ’78 toen hij een concert miste door zijn diensttijd. “Ik was zo’n broekie en durfde niet tegen de regels in van de kazerne af. Daar ben ik nog steeds ziek van, want ik heb Genesis nooit in die bezetting kunnen zien.”
Veertig jaar muziekfotografie
In zijn bescheidenheid vraagt Bergen zich weleens af: “Is dit het nou?” Maar toen hij het folie van zijn eerste fotoboek (Nineties Spirit) haalde en het opensloeg, dacht hij: ‘ YES!’. Met veertig jaar prachtige muziekfotografie en ontelbare foto’s mag Bergen meer dan trots zijn. “Dat ben ik nu meer dan vroeger. Uiteindelijk is het een prachtig beroep, vol verhalen, spanning en momenten die je nooit meer vergeet. Het is meer dan een plaatje schieten. En dat blijft, na al die jaren, het mooiste wat er is.”