Gijsbert Hanekroot: oog in de orkaan van de seventies rockscene

Gijsbert Hanekroot: oog in de orkaan van de seventies rockscene

door Patricia van der Put

Een explosie, zo noemt Gijsbert Hanekroot (Brussel, 1945) de rockscene van de jaren zeventig. Amerikaanse bands - vers, rauw, hongerig - staken de oceaan over om Europa te veroveren. Hanekroot, minstens zo gedreven, groeide in die tijd uit tot Nederlands eerste popfotograaf. “Als ik terugkijk, was ik op het juiste moment op de juiste plek. Iedereen leerde zijn vak on the spot: muzikanten, journalisten, fotografen, promotors, beveiligers. We inspireerden en stimuleerden elkaar. Nu weet ik: ik heb muziekhistorie vastgelegd.”


OOR en rolletjes

Hanekroot was huisfotograaf van muziekblad OOR (opgericht in 1971). Concerttickets lagen voor hem klaar bij de kassa. Eén keer, in Londen, smokkelde hij zichzelf samen met een vriend een gebouw in voor een concert van Neil Young. Twee soorten filmrolletjes gingen altijd mee: zwart-wit voor OOR, kleur voor andere bladen waarvoor hij werkte. “Voor OOR knipten en plakten we elke twee weken een nieuw stramien. Met scharen en lijm. Het was veel lol en een uitdaging.”


Creativiteit in het bloed

Scheppingskracht heeft Hanekroot niet van een vreemde. Vader: stedenbouwkundig architect. Oom: journalist. Opa: ambachtelijk botenbouwer en decorontwerper. Moeder (Belgische) speelde thuis piano en gaf jonge Hanekroot vergeefs pianoles. Na een paar lessen zei ze: ‘Ga jij maar weer buiten spelen.’ Hij groeide op met klassieke muziek en als hij op zijn radiootje popmuziek luisterde, riep zijn vader: ‘Uit die herrie!’. Op zijn dertiende kreeg hij van zijn moeder zijn eerste camera in handen: een Gevaert Geva Box. Zijn eerste foto’s schoot hij op de NDSM-werf in Amsterdam. Zestien jaar oud, vakantiegeld op zak, kocht hij zijn eerste Japanse meetzoeker camera. “Daarmee fotografeerde ik vooral auto’s en meisjes,” lacht hij.


Autodidact en avonturier

In 1963 maakt Hanekroot als 18-jarige jongen een foto van jazzsaxofonist John Coltrane in het Concertgebouw in Amsterdam. Hij vergaarde zijn kennis van het fotograferen door zelfstudie. Tijdens een stage bij fotograaf Philip Mechanicus mocht hij meefotograferen bij de band The Outsiders in de studio. Hij bracht zijn foto naar het undergroundblad Aloha. Die werd niet geplaatst, maar bracht hem wel samen met popjournalist Pim Oets. Ze reisden destijds op eigen kosten naar Londen, belden platenmaatschappijen en interviewden en fotografeerden Colin Blunstone en Tim Hardin. Ze maakten er bovendien onvergetelijke concerten mee, waaronder een optreden van Muddy Waters.


Magie in het moment

Hanekroots werk omvat concertfoto’s, studiowerk, portretten en foto’s tijdens persconferenties. “Fotograferen is hard werken. Je moet scherp blijven, wachten, kijken. Ik bleef het hele concert geconcentreerd. Soms valt alles samen: compositie, expressie, licht. Dát is magie. Na een optreden viel ik soms uitgeput in een stoel. Het is ook onder druk werken, maar dat ligt mij wel. Dan had ik vijf minuten voor een portret van Mick Jagger. Het werd mijn meest gestolen foto. Op Keith Richards’ hotelkamer voel je dat elk moment de manager binnen kan komen om het af te kappen. In weinig tijd wilde ik wel dé foto maken.”


Van Abba tot Zappa

Hij schat zijn archief op ruim 130.000 beelden. Archiveren is een dagtaak, nog steeds. Het leidt tot publicaties van fotoboeken, onder meer over The Rolling Stones, David Bowie, Patti Smith, Lou Reed en Bob Marley. Het meest trots is hij op het boek Van Abba tot Zappa: rockfotografie van de jaren zeventig. Hanekroot is nog niet uitgewerkt. Momenteel werkt hij aan een boek samen met de Australische singer-songwriter Robert Forster en een nieuw boek over David Bowie. Welke artiesten hij graag nog voor zijn lens had gehad? John Hiatt, Prince, Elvis Presley en Janis Joplin. 


Muzieksmaak

Natuurlijk houdt Hanekroot van muziek, maar fotografie staat op nummer één. Blues heeft zijn voorkeur en hij heeft onvergetelijke herinneringen aan The Stones, Neil Young, Lou Reed en zijn favoriet Bonnie Raitt. “Zij heeft een fantastische stem en is een van de beste gitaristen.” Ook Ike en Tina Turner en Bob Dylan maakten diepe indruk. En dan die artiesten met charisma dat alles overstijgt: David Bowie - “Wat een persoonlijkheid” -, Mick Jagger, Bob Marley. “Marley was klein van stuk en niet erg opvallend. Maar als hij op het podium stond, gebeurde er iets ongelooflijks.”


Eerste Popencyclopedie

De eerste OOR Popencyclopedie (1977) is voornamelijk gevuld met zijn foto’s. Als hij erdoorheen bladert, herinnert hij zich de momenten: “Ja kijk, Rita Coolidge en Kris Kristofferson. Dat was in Vancouver. Ze waren helemaal verliefd.” Als zijn oog op een foto van Creedence Clearwater Revival valt: “Bij hen draaide alles om muziek. Zeer professioneel en swingend als een gek. De wisselwerking in de band was erg goed. De muziek was sterk. De band steeg samen op. De spanning voelde je in de zaal.”


Ondernemer

Het is 1983 als Hanekroot op een concert staat zonder filmrolletje. Een teken. Zijn motivatie is afgenomen en hij stopt met professioneel fotograferen. Als ondernemer is hij onder meer succesvol met een uitgeverij voor computerboeken en reist hij veel. Ook start hij met aanleggen van zijn archief, wat leidt tot internationale exposities in steden als Parijs, Tokio, Moskou, Londen, Hongkong en Amsterdam. In 2002 pakt hij de camera weer op, dit keer digitaal, voor reportagefotografie. Of fotograferen in het digitale tijdperk gemakkelijker is? “Dat is een grote misvatting. Met al die ledlichten, kleuren en hoge sluitertijden lukt een foto altijd wel. Maar het draait om compositie en het goede moment. Collega-fotografen Paul Bergen en Andreas Terlaak: die snappen dat.”


Magie

Over Hanekroots foto’s wordt gezegd dat hij persoonlijkheden in beeld vangt: intimiteit zonder opsmuk. Zijn verlegenheid maakte hem tot stille observator. “Tijdens interviews werkte ik op de achtergrond. Artiesten vergaten mij soms. Dat is eigenlijk een compliment.” Voor Hanekroot is fotografie bij muziek altijd vanzelfsprekend geweest. “Ik ben nog nooit naar een concert geweest zonder camera.” Zelfs als hij onverwacht in een café zit waar een bandje speelt, wil hij het moment vastleggen. Fotografie is zijn manier van kijken, zijn tweede natuur. “Het is mijn medium, ik bén fotografie. Het blijft magie voor mij.”